Bij de 15e zondag door het jaar B
Het is beter sandalen te dragen
dan heel de wereld te moeten bedekken met tapijt.
Het behoort tot de standaarduitrusting van de kledij die mensen dragen door de eeuwen heen, schoeisel als voetbekleding. Het eerste aantoonbare bewijs van schoenen vinden we terug op wandtekeningen. Deze ongeveer 13.000 tot 15.000 jaar oude getuigenissen tonen jagers die laarzen van dierenvacht dragen. De sensatie van de geschiedenis van de schoen was toch wel de vondst van de gletsjermummie ‘Ötzi’. Hier werd duidelijk dat de mensen al 5000 jaar geleden schoenen droegen. Zijn schoenen waren gevoerd, met een veter gesloten en met een aparte profielzool uitgerust. Voor de schacht en de buitenzool werden verschillende leersoorten gebruikt. De eenvoudigste schoenvorm, de sandaal, werd door de Egyptenaren uitgevonden en diende als bescherming tegen de hitte van het zand. Dit wordt bij uitgravingen aangetoond met vondsten die dateren van circa 3000 voor Christus.
Deze korte geschiedenisles brengt ons bij het Ankh-teken, of beter gekend als levenskruis of levensleutel. Deze sleutel diende om leven en levensadem te schenken.
De exacte oorsprong van de ankh is helaas onbekend, maar Egyptoloog Gardiner (1879-1963) geloofde dat dit symbool is voortgekomen uit het bandje van een sandaal, waarvan de bovenste lus achter de enkels om ging en waarvan het verticale stokje bij de tenen aan de zool zat. Hij ontdekte deze mogelijke oorsprong nadat hij leerde dat het Egyptische woord voor sandaal “nkh” is. Zo dacht men in het oude Egypte: ‘Zolang wij op aarde rondwandelen op sandalen leven wij, bij onze dood laten we alles achter. In het hiernamaals ontvangen we nieuw leven en mogen we terug rondwandelen.’
Jezus stuurt zijn leerlingen twee aan twee uit om de blijde boodschap te gaan verkondigen. Ze worden uitgestuurd als herders met het hoogstnoodzakelijke, dus lichte bagage, maar goed schoeisel om op weg te gaan. De sandalen beschermen tegen de hitte van de ondergrond, tegen de oneffenheden van de vele kleine steentjes, of de prikkende distels en doornige takken onderweg. Sandalen, ook om het stof er vanaf te schudden bij diegenen waar ze niet welkom waren. Wie sandalen draagt lijkt weerloos en zal niet vlug schoppen. Maar de leerlingen van Jezus stonden wel sterk in hun schoenen, stonden sterk in hun sandalen, stonden sterk in hun geloof en overtuiging.
Het is een wijsheid om te weten wie je bent, wat je aankan, waarmee je jezelf kan beschermen, waaraan je zelf kan werken. De wereld veranderen is een te grote taak, maar beginnen met jezelf is op zich al een uitdaging.
Het is beter sandalen te dragen
dan heel de wereld te moeten bedekken met tapijt.