Priester Pradip

‘Hoe kunnen we onze innerlijke onrust bestrijden?’ vroeg broeder Rufinus aan Franciscus. ’Niet door het te bestrijden, maar door te aanbidden,’ weerlegde Franciscus zacht. ‘De mens die God kan aanbidden, erkent dat God alleen voldoet. Hij erkent en aanvaardt het met hart en ziel. Hij is blij dat God God is, dat is voldoende. Dat maakt hem vrij. Zo wij konden aanbidden, dan zou niets meer ons werkelijk onrustig kunnen maken. We zouden door de wereld gaan zo kalm als grote stromen.’

naar Eloi Leclerc (1921-2016) uit zijn boekje ‘De nacht van de Poverello’, 1962, blz. 63-64

Deze onderstaande gebeden liggen me nauw aan het hart en voeden mijn ziel.


Uw liefde alleen

Neem, Heer, mijzelf met al wat ik ben,
mijn ja-woord is voor U, mijn hele leven lang.
’t Is uw liefde alleen, die ik vraag,
om uw wil te doen.
Uw liefde alleen, is genoeg voor mij.

Neem, Heer, mijn wil, gevoel en verstand,
dit alles gaf U mij, nu geef ik het terug.
Maar uw liefde alleen, vraag ik U,
want daar leef ik van.
Uw liefde alleen, is genoeg voor mij.

naar een gebed van Ignatius van Loyola s.j. (1491-1556)


U wijst de weg

God, laat al mijn gedachten gericht zijn op U.
Het duister in mij wordt door U verlicht
en mijn angst verdwijnt door Uw liefde en geduld.
Ik begrijp niets van Uw wegen,
maar U wijst de weg die ik mag gaan.

naar een gebed van Dietrich Bonhoeffer (1906-1945)


Totale overgave

God van liefde, U alleen behoor ik toe.
Wat U ook van plan bent met mij,
het is mij allemaal goed,
ik ben U er zelfs dankbaar voor.
Mijn leven ligt in uw handen,
daarom aanvaard ik alles
wat op mij afkomt,
want het komt toch van U.
Mijn liefde gaat naar U uit.
Het is de wil van mijn ziel en hart
dat ik al mijn liefde aan U geef.
Mijn vertrouwen in U kent geen grenzen,
want U bent de reden van mijn bestaan.

naar een gebed van Charles de Foucauld (1858-1916)


Bij Psalm 23

Jezus, U bent mijn herder, U zorgt ervoor dat het mij aan niets ontbreekt.

U toont mij waar groene weiden zijn,
dat ik er rust mag vinden
en op kracht kan komen bij levend water.

Gaat mijn weg door donkere dalen,
ik vrees geen gevaar,
uw nabijheid geeft me moed en houvast.

Aan uw tafel ben ik altijd welkom.
U zalft mijn hoofd en handen met olie,
uw geest sterkt me.
U breekt het brood
als voedsel voor onderweg,
U deelt de beker van overvloed.
Bij U voel ik me thuis,
nu en voor altijd. Amen.


Bij Psalm 131

O Heer, niet trots is mijn hart,
geen hoogmoed in mijn oog.
Ik zoek niet wat te groot is voor mezelf
en te hoog gegrepen.
Nu heb ik mijn ziel tot rust gebracht,
in stilte en vrede, tot rust,
als een kind op zijn moeders arm,
zo is mijn ziel.


Bij Psalm 141

Overstijgende liefde, God van mijn verlangen, 
op U kan ik vertrouwen als steun en toeverlaat.
Mogen mijn woorden voor U zijn als wierook,
een aangename geur opstijgend tot bij U. 
Zachtjes omhoog kringelend, 
teder en liefdevol als mijn gedachten
in de stilte van dit moment.