Bij de 30e zondag door het jaar B
Jezus heeft vele zieken genezen, mensen met gebrek geholpen. Jezus deed lammen lopen en blinden zien. Ontelbaren kregen door Jezus een nieuw leven, slechts enkelen zijn met naam genoemd in het evangelie, zoals vandaag de blinde Bartimeüs.
Eigenlijk klinkt het toch wat vreemd dat Jezus vraagt: “Wat wil je dat ik voor je doe?” Jezus wist dat de arme Bartimeüs blind was. Jezus laat Bartimeüs de vraag naar medelijden concreet maken. Bartimeüs riep herhaaldelijk, langs de weg waar Jezus aankwam, om medelijden… ‘Zoon van David, heb medelijden met mij.’
Natuurlijk had Jezus medelijden, oneindig veel medelijden vanuit Gods liefde voor de mensheid en deze wereld. Zo schetst Shusaku Endo in zijn boek over Jezus, hoe dat grote medelijden van Jezus en zijn onuitputtelijke goedheid om mensen te helpen uiteindelijk zijn eigen ondergang is geworden…
De menigte zag in Jezus een milde/wilde weldoener, een genezer. Voor velen was Jezus ook de langverwachte Messias, de Heiland en Redder die het Joodse volk bevrijden zou van de Romeinse overheersing. De grote tragedie van Jezus’ leven was het grote onbegrip, de grote ontgoocheling dat Jezus niet was wie men hoopte dat Hij was. Het antwoord loste de vraag niet in.
Shusako Endo schrijft op het einde van zijn boek over Jezus: “Het hele bestaan van Jezus was niets anders dan een omarming van een leven dat alleen om de eenvoud van de liefde draait; en omdat hij alleen voor de liefde leefde, leidde hij in de ogen van de leerlingen uiteindelijk een futiel bestaan (een bestaan van weinig waarde). Jezus moest sterven, voor zijn leerlingen in staat waren de sluier op te lichten en te zien welk pad er voorbij de ogenschijnlijke zwakte lag.”
Dit schilderij van Rembrandt, of uit zijn atelier (1648), toont hoe kwetsbaar Jezus zich opstelt. Jezus als Messias van de weerloze liefde.
Over de zachte kracht van de liefde schrijft de apostel Paulus in zijn eerste brief aan de christenen van Korinthe: “Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen.”
De blinde Bartimeüs heeft heel concreet aan Jezus gevraagd om terug te kunnen zien, Jezus heeft geantwoord met het mirakel dat zijn ogen terug konden zien, maar ook met de verwijzing naar de sterkte van het geloof van Bartimeüs. Jezus is het antwoord op onze vragen, of misschien beter, Jezus is ‘een’ antwoord op onze vragen. Jezus verwijst altijd naar de kracht van ons eigen geloof.
Als gelovigen blijven wij onze vragen richten aan Jezus om telkens zijn antwoord te horen dat wij tot liefde in staat zijn…