Bij de 3e zondag door het jaar (C-cyclus)
Jezus mocht tweeduizend jaar geleden voorlezen uit de profeet Jesaja,
een geschrift dat toen al zo’n 700 jaar oud was.
De mooie woorden uit Jesaja (61:1-2a NBV21) betrekt Jezus op zichzelf:
“De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden,
om aan verslagen harten hoop te bieden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan geketenden hun bevrijding,
om een genadejaar van de HEER uit te roepen.”
En wat zegt Jezus daarop?
“Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben
in vervulling gegaan.”
Zo kort en krachtig was Jezus’ preek op dit stukje tekst.
Geen poëtische beschouwing, geen theologische uiteenzetting,
geen moraliserende donderpreek, enkel deze woorden:
“Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben
in vervulling gegaan.”
Zo begon Jezus zijn openbaar leven,
na zijn veertigdaagse retraite in de woestijn vol bekoringen.
In Jezus gaat het oude, of eerste testament in vervulling,
alles wat door profeten is voorspeld, wordt in Hem waar.
Zou je dat niet graag hebben meegemaakt?
Dat je ooggetuige kon zijn, dat je Jezus zo kon horen praten.
Het werkelijk meemaken: de komst van de zolang beloofde Messias.
Daar staat Hij dan, recht voor je, een jonge dertiger,
een hemelse blik in de ogen en zand in zijn haar en die zegt:
“Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben
in vervulling gegaan.”
Je zou Hem zo geloven, je zou vreugde voelen in je hart,
een vreugde die geen einde kent
en je zou alles doen om Hem te volgen,
zodat je geen woord van Hem moet missen,
dat geen gebaar van Hem je ontgaat,
je zou leren echt mens van God te zijn, leven zoals Jezus heeft geleefd.
Maar, we hebben het niet meegemaakt,
we hebben het alleen van horen zeggen,
en hier zitten we dan op onze kerkstoel te luisteren
naar wat Jezus, zo’n 2000 jaar geleden allemaal heeft gedaan.
En we zijn blij met dat Bijbelse verleden, zo heel lang geleden…
In dit jubeljaar met als thema ‘Pelgrims van hoop’,
blijven wij als christenen hoopvol onderweg
om te getuigen van de evangelische vreugde die in ons leeft,
om niet langer te zwijgen dat Jezus de kern van onze moraal,
van ons handelen mag zijn, dat wij geloven in een God die liefde is.
In dit jubeljaar roepen wij het genadejaar van de HEER uit
en mogen wij weer werken aan ons christen-zijn:
dat wij doen wat wij verkondigen en enkel verkondigen wat we doen.
Dan kunnen we net als Jezus zeggen:
“Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben
in vervulling gegaan.”
Jezus doet wat Hij zegt.
Laten wij naar zijn voorbeeld
ook steeds doen wat wij verkondigen…