Priester Pradip

Copain

Bij de 19e zondag door het jaar B

Vrienden, copains, met de broodrede uit het evangelie van Johannes
gaat het al enkele zondagen over Jezus als brood van leven.
Jezus zegt: ‘Ik ben het brood dat leven geeft,
wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven.’

Jezus is onze vriend, onze copain,
in de betekenis van het Franse woord co-pain,
een vriend met wie je samen brood eet.
Jezus is onze tochtgenoot, onze compagnon,
in de betekenis van de Latijnse woorden com et panis,
iemand met wie je je brood deelt.
Met Jezus zijn we dus in goed gezelschap,
je kan het al raden welk woord nu volgt,
jawel, in goede compagnie, van het Franse woord
dat samengesteld is uit het Latijnse cum pane,
wat ‘samen brood eten’ betekent.
Dit kan natuurlijk letterlijk bedoeld zijn:
op de werkvloer in de pauze samen brood eten,
maar ook in de figuurlijke zin van
‘samen je brood verdienen door een goede samenwerking’.

Jezus is voor ons het brood van het leven,
omdat Hij zichzelf voor ons heeft gegeven,
als een graankorrel voor ons in de aarde gestorven is
om ons het eeuwige leven te geven.
Jezus is ons offerbrood,
wat ook de letterlijke betekenis is van het Latijnse hostia, offer.
De hostie die we ontvangen tijdens de communie
herinnert er ons telkens aan dat Jezus zich voor ons heeft opgeofferd
en dat wij door Hem deel hebben aan de verrijzenis.
Dat beamen we, daarom zeggen we ‘amen’, het zij zo,
we sluiten ons aan bij die gedachte.
“Wiens brood men eet, diens woord men spreekt”,
dat wij zo meer en meer Christus worden
in al ons denken, spreken en doen.

Tot slot bekijken we een kort filmpje over de weg van de hostie,
de omgekeerde weg van de hostie naar tarwe…