Priester Pradip

Mijn relativiteitstheorie van wereld, mensen en goden

Het komt niet op een jaar minder of meer,
want er was geen kat en geen mens die bij het ontstaan was
van de aarde, de wereld waarop wij nog steeds mogen en kunnen leven.

Hedendaagse slimme mensen kunnen via supertelescopen
‘teruggaan’ in de tijd naar de oorsprong van ons heelal
(astronomische wetenschap)
en berekenen dat onze aardbol 4,54 miljard jaar oud is.
6 miljoen jaar geleden bewandelen de eerste mensachtigen
het Afrikaanse continent en het is de homo sapiens, de moderne mens,
(driehonderdduizend jaar geleden)
die uiteindelijk als enige van zijn soort zal overblijven,
want de neanderthalers sterven dertigduizend jaar geleden uit
en de Homo floreseinsis vijftienduizend jaar geleden.
De mens (homo sapiens, de verstandige mens) start de landbouwrevolutie
(zo’n veertienduizend jaar geleden in het Midden-Oosten)
en gaat over van rondtrekkende jager-verzamelaar
naar de landbouwer die bij zijn land blijft wonen.
Er ontstaat een nieuwe vorm van samenleven (sociale wetenschap)
met een bovenlaag (koningen, priesters, soldaten)
en een onderlaag (arbeiders en slaven).

Er komt een einde1 aan tienduizenden jaren
van animisme (alles is gevuld met geestkracht)
en sjamanisme (via rituelen contact leggen met de geestelijke wereld,
getuigen daarvan zijn de miljoenen rotstekeningen van dieren, figuren
en de afdrukken van mensenhanden)…

Rotstekening van 45.500 jaar oud op het Indonesische eiland Sulawesi
Venus van Willendorf,
Oostenrijk, 25.000 v.C.

Overal ter wereld zijn godinnenbeeldjes teruggevonden
(de oudste zijn van dertigduizend jaar geleden)
wat wijst op een verering van de vrouwelijke vruchtbaarheid.
Voordat mannelijke goden gaan domineren
was er sprake van een moedergodincultus.
Aan alle latere goden gaan dus godinnen vooraf.


Voordat Abraham het bestaan van één god gaat verkondigen
(1.800 v.C. monotheïsme) is er in alle culturen
een veelgodendom (polytheïsme).
Een overzichtje:
• Hindoeïstische goden vanaf 5000 v.C.
• Egyptische goden vanaf 3000 v.C.
tot 641 n.C. (verovering van Egypte door de Arabieren)
• Jodendom, start met aartsvader Abraham die 1 god aanbidt,
hij vertrekt in 1800 v.C. uit Ur (Irak) naar Kanaän.
• Griekse goden vanaf 1600 v.C.,
overgegaan in de Romeinse cultus.
• Romeinse goden vanaf 1000 v.C. tot 494 n.C.
(verbod door paus Gelasius van de Lupercalia
als laatste openlijk geduld restant van de Romeinse cultus,
in het Oost-Romeinse Rijk werden de laatste Oud-Romeinse riten
pas tegen het einde van de 7e eeuw verboden)
• Christendom, start met de verkonding door de volgelingen van Jezus
na zijn verrijzenis uit de dood,
33 n.C., Palestina (het huidige Israël).
Jezus had het over zijn Vader, als de ene ware god.
• Islam, start met de openbaring van Allah aan Mohammed
in 610 n.C. in Mekka, Hidjaz (huidige Saoedi-Arabië).


Conclusie
Met mijn beperkte verstand (wijs is hij is die weet dat hij niet weet),
probeer ik alles om mij heen in relatie te zien.
Wie ben ik als mensje op deze grote wereld, in de tijd die mij gegeven is?

De wereld is 4,54 miljard jaar oud, als mens mag ik daar
(de duur van een mensenleven) op bewegen.
Mijn tijd op aarde is kort
(in relatie met de tijdsduur waarin de wereld bestaat).
Mijn tijd is dus relatief.

De wereld is in zijn ontstaansgeschiedenis al enkele keren bijna vergaan
en al enkele keren was er bijna geen leven mogelijk
(door het dalen van de zeespiegel, door een meteorietinslag,
door te hoge temperatuur en laag zuurstofgehalte,
door afkoeling en ijsvorming).
Van de vier miljard soorten organismen die de afgelopen 3,5 miljard jaar
op aarde hebben geleefd, is maar liefst 99 procent uitgestorven.
Als mens behoren we tot die één procent
die nog steeds op de aarde rondloopt.
Ook de mensheid is dus relatief, want de wereld zal ons wel overleven.

Ik ben niet alleen op de wereld,
in 1950 waren er 2,5 miljard medemensen,
in 2020 8 miljard en in 2050 wellicht 10 miljard.
Ik heb enorm veel soortgenoten, ik ben er slechts eentje van.
Ikzelf ben relatief gering van betekenis.

Godinnen en goden komen en gaan,
er wordt in hen geloofd en daarna niet meer.
Duizenden jaren spelen zij een rol in mensenlevens.
Tweehonderdvijftigduizend jaar lang geloofden mijn voorouders
dat de hele wereld begeesterd was en dat gestorvenen
deel gingen uitmaken van die geestelijke wereld.
Vijftigduizend jaar lang geloofden mijn recentere voorouders
dat godinnen en goden aanbeden en gunstig gestemd moesten worden.
Pas vierduizend jaar geleden ontstond het idee van de ene god
(naast andere) en later dat hij de enige was
(de vroegere godinnen en goden werden afgoden, die hadden afgedaan).
Sinds tweeduizend jaar geloven velen en overal ter wereld
in de wijze woorden van Jezus, de zoon van de ene ware god.
Vlaanderen werd gekerstend vanaf de 6e eeuw.
Als christen ben ik niet alleen, ik heb zo’n 2,4 miljard2 medegelovigen.
Als christen ben ik één van de velen.
Ik besef ook dat vele mensen een andere of geen godsdienst belijden.

Mijn relativiteitstheorie heeft niets met Einstein te maken,
maar met mijn visie over de wereld, mensen en goden.
Alles is relatief, ik zie alles in relatie, dat maakt me nederig,
maar doet me nog meer verwonderd staan bij het mysterie van het leven,
van het onzichtbare, de geestelijke krachten die me omringen.
Alles is relatief, ik zie alles in relatie, dat maakt me verbonden,
verbonden met het goddelijke, de wereldziel, de mystiek van de liefde.
Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer werkelijkheid is
dan wat ik met mijn fysieke zintuigen kan waarnemen.
De godsdienstgeschiedenis in de zin van de geschiedenis van mensen
en hun denken over het goddelijke zal me blijven boeien.


Literatuur:
Abbes, J.K., 1997, De moord op de Moedergodin
Armstrong, Karen, 1998, Een geschiedenis van God
Berings, Geert, 2023, Hak om, die boom, Een verhaal van de kerstening in Vlaanderen
Buesink, Sanders en Zwart, Joost (vert.), 2023, Tijdlijn van de geschiedenis
De Waele, Daniël, 2023, Godenschemering, De geschiedenis van ons geloof in God
Fletcher, Tom, 2023, Life on our planet, over leven op onze aarde
Harari, Yuval Noah, 2016, Sapiens
Lenoir, Frédéric, 2010, Een geschiedenis van onze goden
MacGregor, Neil, 2018, Leven met goden, 40.000 jaar volkeren, objecten en religie
Spivey, Nigel, 2006, Hoe kunst de wereld maakt
van der Meer, Annine, 2006, Van Venus tot Madonna


  1. Het was geen einde, maar ze verdwenen naar de achtergrond
    en zijn blijven voortbestaan, tot op vandaag bij primitieve volksstammen,
    maar ook als opgenomen en aangepaste vormen in de wereldreligies.
    Voorouderverering, rituelen bij geboorte en dood,
    animisme en sjamanisme zijn zo oud als de mensheid,
    ze behoren tot ons geestelijk erfgoed en zullen dat blijven,
    hoe wetenschappelijk, technologisch en digitaal gevorderd
    onze wereld ook worden zal. ↩︎
  2. De grootste godsdiensten zijn het christendom
    (2,4 miljard mensen, 31 procent van de wereldbevolking),
    de islam (25 procent), het hindoeïsme (15 procent)
    en het boeddhisme en de traditionele Chinese religie (beide 5 procent).
    De overige geloven, zoals de Afrikaanse traditionele religies,
    het sikhisme en het jodendom, hebben minder aanhangers.
    Zo’n 15 procent van de wereldbevolking (1,2 miljard mensen)
    zegt geen godsdienst aan te hangen. (bron amnesty.nl) ↩︎