Bij de 15e zondag door het jaar (A-cyclus)
Met deze bijbellezingen mogen we het hebben
over zaaien en oogsten, over oorzaak en gevolg.
Als christenen, mensen van de Jezusbeweging, worden wij gevraagd
het woord van God, de Blijde Boodschap te verkondigen.
De woorden en daden van Jezus moeten doorgegeven worden.
En dat doen wij, elk volgens ons eigen kunnen en vermogen.
Gelovige ouders geven via hun opvoeding door waar ze achter staan
en wat ze belangrijk vinden voor het leven van hun kinderen.
Gelovige grootouders geven bewust of onbewust
een getuigenis van hun gelovig zijn.
Via de parochie, de parochiale catechese, de eucharistie
wordt dat woord van God telkens weer doorgegeven en gevierd.
Via de christelijke scholen, de christelijke instellingen,
de christelijke verenigingen, wordt aan jong en oud
het verhaal van Jezus beleefd en in de praktijk gebracht.
De oogst zou dus enorm moeten zijn!
Maar je denkt nu wellicht aan het feit dat de kerken leeglopen,
dat de gelovigen ouder en ouder worden
en dat de jeugd wegblijft (ook hun ouders en grootouders)…
Je denkt wellicht dat de fout in de scholen ligt
waar de godsdienstleerkracht zelf niet meer gelovig is.
Je denkt wellicht aan de vele ouders
die net als hun kinderen niet meer gelovig zijn.
Je denkt aan de christelijke verenigingen, jeugdbewegingen,
instellingen waarin het christelijke ver te zoeken is…
Je denkt aan de vormelingen die je een paar keer
tijdens de catechese in de kerk ziet en daarna niet meer…
Het is inderdaad niet allemaal zo rooskleurig
als het wordt voorgesteld bij het zaaien en oogsten,
of zoals de profeet Jesaja het zegt over het woord Gods:
‘Het keert niet vruchteloos naar God terug,
niet zonder eerst te doen wat God wil en te volbrengen wat Hij gebiedt.”
De realiteit van het zaaien, zo leert Jezus in zijn parabel,
is dat er nu eenmaal altijd een deel verloren gaat.
En dat is geen reden om niet meer te zaaien
of enkel maar te gaan zaaien op de meest vruchtbare gronden.
Neen, zegt Jezus, zaai, verkondig het woord overal, altijd.
Het zal wel zijn werk doen, het zaad doet zijn werk, uit zichzelf,
de zaaier, de boer, hoeft enkel maar te zaaien,
de kiemkracht, de groeikracht ligt in het zaad zelf…
Maar, je moet wel zaaien, en niet ontmoedigd raken.
Zaai maar kwistig, hou je niet in bij het verkondigen
en voorleven van de goede boodschap.
Vertrouw op de oogst. Wie geeft, zal krijgen…
Het zijn allemaal raadgevingen en wijze woorden van Jezus zelf,
laten wij dus als mensen van de Jezusbeweging
verder dat woord van God verkondigen, beleven en doorgeven.
Waar het hart vol van is, loopt de mond van over,
wij kunnen dus niet zwijgen, wij kunnen niet anders dan geven.
Tot slot van deze overweging
geef ik jullie nog een mooie gedachte mee
van Kahlil Gibran uit De profeet:
“Geef wanneer gevraagd wordt,
maar geef nog liever ongevraagd
en waar dat nodig is.
Is er iets dat je niet zou geven?
Niets zal ongegeven blijven.
Geef dan nu, en de tijd van geven
zal de jouwe zijn en niet van hen die na je komen.
Je zegt: ‘Ik geef wel, maar alleen aan hen die dat verdienen.’
Maar wat zeggen de bomen in jouw boomgaard
of de kuddes in jouw weide?
Zij geven opdat zij leven, want niet geven, is sterven.
Geven is leven!”