Bij de 19e zondag door het jaar (A-cyclus)
In lang vervlogen tijden hadden mensen
een andere voorstelling van het goddelijke dan nu.
Voor alles waar mensen bang voor waren, was er een god.
Voor donder en bliksem, een god.
Voor aardbevingen, een god.
Voor overstromingen, een god.
Voor vernietigend vuur, een god.
Die goden moesten allemaal tevreden gehouden worden
met offers en smeekbeden.
Dat ging er zo aan toe in alle oude culturen, overal ter wereld.
Tot in een landje in het Midden-Oosten
een heel andere god zich liet kennen
temidden van vele schrikwekkende goden
en wispelturige vruchtbaarheidsgodinnen.
De profeet Elia mocht, als een tweede Mozes,
op de berg Horeb de God van Israël ontmoeten.
Zoals we hoorden in de eerste lezing, kwam God Elia tegemoet
in het gefluister van een zachte bries
en niet in de storm, de aardbeving of het vuur.
Wat een verademing, wat een rust en kalmte na alle storm en ontij!
‘Het gefluister van een zachte bries’ is een dichterlijke vertaling
van Hebreeuwse woorden met de betekenis:
‘een stem, die met stomheid slaat, die stil maakt.’
Die stilte komt er na de storm, die stilte is zelfs beter hoorbaar
na al het lawaai van de storm en de aardbeving.
De profeet Elia, maar ook Mozes, Job, Petrus, Paulus
en ontelbaren na hen hebben God ervaren in een sprekende stilte,
een stem die stil maakt, het gefluister van een zachte bries.
Een vriendelijke god, die zachtjes wenkt en fluisterend roept,
zoals in de prachtige tekst van Huub Oosterhuis:
‘Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.’
Vriendelijk en met een milde glimlach
reikt Jezus Petrus een reddende hand.
Jezus trekt Petrus uit het water en laat hem herboren worden
in het grote vertrouwen dat Jezus de weg, de waarheid
en de volheid van leven is.
Helaas tonen heel wat beelden en afbeeldingen van Jezus in onze kerken
een man van smarten, bedrukt en ernstig,
omdat Hij alle zonden van de wereld draagt.
Heel af en toe wordt Jezus afgebeeld met een milde glimlach,
omdat Hij alles voor ons gedaan heeft met heel veel mededogen
en grenzeloze liefde voor alles en allen.
Zou Jezus geen vreugde beleefd hebben
aan alles wat Hij voor zijn medemensen heeft gedaan
en voor hen mocht betekenen?
Zou Jezus, die vervuld was van vertrouwen en liefde,
niet al lachend en vreugdevol door het leven zijn gegaan?
Zijn blijde boodschap mag ook ons vreugdevol maken.
De tijd van angst en beven voor een schrikwekkende god
ligt gelukkig ver achter ons.
Laten we de reddende hand van Jezus aannemen.
Jezus is onze God van liefde
met een milde glimlach op het gezicht
en het gefluister van een zachte bries door zijn haren.