Priester Pradip

Godsbewijs

Bij de 2e zondag van de veertigdagentijd (A-cyclus)

Als ik God was
Zou ik laten zien dat ik trots was
Het oké is dat je niet bij de rest past
Ik zou het laten weten als ik echt was

“We hoorden de nieuwe single van de Nederlandse zangeres Froukje.
En dan nu verkeersinformatie.
Er is een kijkfile gesignaleerd op de ring rond Tabor,
op de berg was een enorm groot lichtverschijnsel te zien,
de oorzaak is onbekend…”

Er is voor ons zoveel onbekend, we weten al veel, maar nog niet alles.
Er is, gelukkig maar, nog veel mysterie en nog zoveel te ontdekken.
Het goddelijke mysterie
houdt ons sinds het ontstaan van de mensheid bezig.
Mysterie, wil zeggen onbegrijpelijk, onverklaarbaar,
een geheim dat voor ons gesloten blijft.
En toch laat dat goddelijke mysterie zich af en toe kennen,
komt het als een licht ons donkere verstand binnen.
Juist daardoor blijft het ons boeien,
juist daardoor voelen heel veel mensen aan
dat het goddelijke bestaat,
want het breekt af en toe als zonlicht door de wolken heen.
Ook al zien we de zon soms niet, we weten en geloven dat de zon bestaat.

Jezus heeft aan zijn leerlingen op de berg Tabor een godsbewijs gegeven,
ze mochten er horen dat God zijn Zoon graag ziet
en dat het eeuwige goddelijke licht zijn thuis is,
zijn oorsprong en doel, zijn uiteindelijke bestemming.
Net als de leerlingen toen,
zijn ook wij soms bang voor dat overweldigende licht.
Dat goddelijke mysterie is voor ons te groot.
Wellicht moeten wij na onze dood omgevormd worden
om volledige kennis te kunnen nemen van dat stralende licht.

Maar laten we hier en nu al oren en ogen goed open houden
om het bewijs van Gods bestaan te horen, te zien,
te voelen, te ervaren, te geloven… want

God wil laten weten dat hij echt bestaat.