Bij het feest van de geboorte van Johannes de Doper
Op 24 juni vieren we het kerkelijke feest
van de geboorte van de heilige Johannes de doper.
De betekenis van ‘geboorte’ is bevalling,
actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt
en aan zijn zelfstandige leven begint; een beginpunt.
Johannes wordt een half jaar
voor de geboorte van zijn neef Jezus geboren, hij is dus de voorloper,
hij zal Jezus aankondigen als de langverwachte messias.
Toeval of niet, het geboortefeest van Johannes de doper
wordt sinds oudsher gekoppeld aan de zomerzonnewende,
waarin de dag het langst duurt en de nacht het kortst is.
Na 21 juni neemt langzaam de lengte van het daglicht af
en worden de nachten terug langer.
Johannes zal niet in het volle licht staan,
hij kondigt alleen maar het ware licht van de wereld aan:
Jezus, die in het donkerste punt van het jaar
zijn licht laat groeien in de wereld met de winterzonnewende.
Wist je dat er slechts drie geboortefeesten zijn in het kerkelijk jaar?
De geboorte van Jezus is natuurlijk de belangrijkste geboorte.
De geboorte van Johannes de doper
een half jaar op voorhand is op 24 juni.
We vieren ook het geboortefeest van Maria, de moeder van Jezus,
op 8 september in het sterrenbeeld maagd.
Dat er een half jaar is tussen de geboorte van Johannes
en zijn neef Jezus komt uit het evangelie
waarin staat dat Elisabet, de nicht van Maria,
al in haar zesde maand was toen Maria zwanger werd van Jezus.
Het feest van Maria Boodschap valt negen maanden voor Kerstmis,
dus op 25 maart, of het begin van de lente.
We hebben dus al 3 verchristelijkte data
die het begin van de seizoenen markeren.
Zou er dan ook iets te vieren zijn op 24 of 25 september?
Jammer genoeg niet. We moeten wachten tot 29 september,
het feest van de aartsengelen, waaronder de engel Gabriël,
die – als goddelijke gezant – Maria zwanger maakte.
Op een paar dagen na wordt het herfstpunt dus toch ook gemarkeerd
door een christelijke gebeurtenis
die met de geboorte van Jezus samenhangt.
Wie in de kalender gaat grasduinen,
ontdekt al snel dat de christelijke kerk
uit de eerste eeuwen hield van symboliek
en de belangrijkste feesten nauw liet samenvallen
met natuurlijke gebeurtenissen.
Het is alsof deze 4 feesten, die samenhangen met de geboorte,
een groot kruis over het jaar maken en daardoor het jaar zegenen.
Het is misschien wel de aanzet geweest
om alle andere bestaande heidense (natuur-) feesten
een christelijke tint te geven.
Tweeduizend jaar later weten we dat dàt gelukt is,
zelfs beter dan het verchristelijken van de mensen.
Het is zelfs zo goed gelukt dat vele kerkelijke feesten
niet meer herkend worden als natuurfeesten.
Geboorte is beginpunt, de natuur hernieuwt zich voortdurend.
Ook in het kerkelijk jaar worden ons heel veel beginpunten aangereikt,
geboortefeesten die ons doen stilstaan bij onze groeimogelijkheden.