Bij de 2e zondag in de veertigdagentijd (C-cyclus)
“Onze diepste angst is niet dat we onmachtig zouden zijn.
Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht.
Niet de duisternis, maar het licht in ons
is wat we het meeste vrezen.
We vragen onszelf af: wie ben ik wel om mezelf briljant,
schitterend, begaafd, geweldig te achten.
Maar waarom zou je dat niet zijn?
Je bent een kind van God.
Je dient de wereld niet door je klein te houden.
We zijn bestemd om te stralen, zoals kinderen dat doen.
We zijn geboren om de glorie van God die in ons is te openbaren.
Die glorie is niet slechts in enkelen, maar in iedere mens aanwezig.
En als we ons licht laten schijnen,
schept dat voor de ander
de mogelijkheid om hetzelfde te doen.
Als we van onze diepste angst bevrijd zijn,
zal alleen al onze nabijheid anderen bevrijden.”
Deze woorden werden in 1994 uitgesproken door Nelson Mandela
bij zijn aanstelling als president van Zuid-Afrika.
Nelson Mandela heeft als geen ander
de haat en duisternis van deze wereld ervaren.
Na 28 jaar gevangenschap op Robbeneiland
kwam Nelson Mandela zonder haat,
maar vervuld van liefde verder op voor gelijke rechten
en tegen het apartheidsregime.
De geciteerde tekst over onze diepste angst
komt uit het boek ‘A return to love’ van Marianne Williamson.
Marianne was er sterk van overtuigd dat als God liefde is,
wij als Gods kinderen dus een verlengstuk zijn van Zijn liefde.
Wij zijn allen kinderen van God en hoeven ons dus niet in te houden
om ons licht te laten stralen en om te tonen wie wij
in wezen zijn: een deel van Gods liefde.
Door deze gedachte kunnen we onze angsten overwinnen,
lichtende voorbeelden zijn en anderen uitnodigen
om ook hun licht te laten stralen.
Zo helpen we elkaar en deze wereld vooruit.
Laten we nog eens rustig luisteren naar deze inspirerende woorden
om zelf lichtende voorbeelden te zijn voor elkaar.
(afbeelding: fragment uit het schilderij ‘Tabor’ van Luc Blomme)