Bij de 3e zondag door het jaar, C-cyclus
Die Jezus toch! Wat een binnenkomer, wat een gedurfd idee
om de zevenhonderd jaar oude woorden van de profeet Jesaja
aan te halen en op zichzelf te betrekken.
Droogweg zegt Jezus tot zijn aandachtig publiek:
‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’
Die schrifttekst was een eeuwenoud manifest, de opdrachtsverklaring
van de komende messias, de gezalfde en uitverkorene van God.
De toon is gezet bij het begin van het openbaar leven van Jezus.
Jezus is de messias, hij is de vervulling van de messiaanse belofte.
Jezus brengt het goede nieuws, Hij kiest de kant van de armen,
Hij geneest de zieken en bevrijdt de gevangenen en onderdrukten.
Met Jezus is een nieuw tijdperk aangebroken,
de liefde van God wordt in woord en daad duidelijk gemaakt.
Die opdrachtsverklaring van Jezus is radicaal en niet vrijblijvend.
Wie zich sinds Jezus christen noemt
laat daar heel zijn leven door bepalen,
tenzij je christen bent enkel uit naam,
omdat je ouders je lieten dopen en je daar verder niets meer mee doet.
Wie dus echt een volgeling van Jezus wil zijn
gaat met zijn manifest, met zijn opdrachtsverklaring aan de slag.
Die mag dan ook gerust en overtuigd zeggen:
‘De Geest van God leeft in mij,
ik ben door Hem gezalfd om het goede nieuws te verkondigen.
Ik ben gezonden om te werken aan een betere wereld
waarin armen, zieken, gevangenen en onderdrukten
bevrijd worden van de vele soorten onvrijheid.
Ik kies ervoor Gods liefde de voorrang te geven.’
Het manifest van Jezus is de tijden door revolutionair geweest
en heeft de opvoeding, de cultuur, de samenleving, de politiek gevoed.
Revolutionair in die zin dat de woorden van Jezus
die onverkort in de praktijk worden gebracht de wereld vernieuwen.
Wanneer het woord ‘Jezus’ of ‘christelijk’ enkel een vlag is
waarmee gretig gezwaaid wordt maar geen enkele lading meer dekt,
verliest het manifest van Jezus al zijn kracht.
Vijf jaar geleden werd tijdens de verkiezingscampagne in Nederland
door politici die zichzelf niet christelijk noemen het hardst geroepen
dat de christelijke cultuur beschermd moet worden.
Daarop kwam een manifest aan de politiek
van de Kerken en christelijke organisaties
waarin men vroeg na te denken over deze 5 stellingen;
- Een kerk is geen politieke partij, en een politieke partij is geen kerk. Of de zetels nou naar links of naar rechts gaan, de kerk zal altijd haar eigen koers varen. En daarin niet bang zijn om kritisch tegenover de regering te staan waar het evangelie daar om lijkt te vragen. In de bijbel woonden de beste profeten ver weg van het paleis, voor ieders bestwil.
- Christenen zijn geen stemvee. Hun koninkrijk is niet van hier, hun koning is niet van deze aarde. Ons koninkrijk is een groteske utopie – te radicaal voor de compromissen van uw coalities, te allesomvattend voor uw landsgrenzen, te veeleisend voor uw verantwoordelijke beleidsmakers.
- Jezelf ‘christelijk’ noemen om daarmee hele groepen anderen buiten te sluiten is geen optie binnen onze traditie. Zelfs niet als die ander geldt als concurrent of zelfs bedreiging: ‘Heb uw vijand lief’ is een vuistregel die wij wonderlijk (soms pijnlijk) genoeg hebben meegekregen van Jezus zelf.
- Meer dan alle geloofsstellingen, meer dan alle kerkgang of kerkgeschiedenis is dit het fundament van alle christelijke cultuur: de barmhartigheid. Heb God lief boven alles en behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden – dat is het hart van de Wet en de profeten, en dus het hart van de christelijke traditie.
- Wie de Bergrede of andere woorden van Jezus wil doorvoeren als politiek programma, loopt al snel gillend weg.
Tot slot: ‘Laat kinderen weer iets leren over die dwarse idealist die Jezus Christus was. Laat hen leren wat geloven betekent, zodat zij met begrip kunnen opgroeien in een multireligieuze samenleving. Leef het hen politiek voor, zodat al het mooie dat de christelijke cultuur voorstaat, meer gerealiseerd zal worden. Tot zegen voor alle volken, zoals de oude woorden dat zo mooi zeggen.’
Volledige tekst van de petitie.