Bij de 16e zondag (door het jaar A)
Jezus leert ons met zijn gelijkenissen aandachtig te kijken naar de natuur en daaruit wijze lessen te trekken. Kruid en onkruid, de kiemkracht van het mosterdzaadje, de werkzaamheid van een klein beetje gist in het deeg.
Het verschil tussen kruid en onkruid is een oordeel.
Mochten bezoekers in je tuin kritiek leveren op het onkruid dat er staat, kan je als christen gerust antwoorden: “Dat is het werk van de duivel, lees maar Matteüs hoofdstuk dertien…”
Over ‘kritiek leveren’ gesproken. Kennen jullie het verhaal van de dichter, de kunstenaar en de criticaster?
Een dichter, kunstenaar en criticaster
waren samen onderweg in de woestijn.
Op een avond, toen ze zich wat verveelden,
besloten ze om hun kameel te beschrijven.
De dichter beschreef in prachtige verzen het edele dier,
na tien minuten was hij klaar met zijn gedicht.
De kunstenaar zette met enkele goed gekozen lijnen
een tekening van de kameel op papier.
Nu was het de beurt aan de criticaster.
Die verliet de tent en kwam pas na twee uren terug.
Hij zei: ‘Ik wou even vlug zijn als jullie,
maar bedacht dat er toch wat mankementen zijn aan de kameel.
Een kameel op zich zit vol onvolmaaktheden.
Ik begon met een lijstje te maken. Een kameel is niet stabiel,
het is niet comfortabel om er mee te rijden, het is een lelijk dier.”
Toen overhandigde hij aan zijn vrienden
een dikke stapel eigenhandig geschreven papieren met als titel:
‘De perfecte kameel, of hoe God de kameel had moeten maken.’
Dit Arabische verhaal past in de bezinning op het onvolmaakt zijn van onze wereld. Er is onkruid tussen het kruid, er zijn barsten in onze werkelijkheid. Maar zoals Leonard Cohen het zingt:
Er is een krak in alle dingen, enkel zo kan het licht erin doordringen.
Er zit schoonheid in het onvolmaakte, het hoeft niet allemaal perfect te zijn. Jezus leert ons met de parabel van het onkruid tussen de tarwe geduld op te brengen en met veel wijsheid te leren omgaan met goed en kwaad, in de wereld, maar ook in ons eigen hart. Ook in ons eigen leven groeit onkruid en tarwe door elkaar, denk maar aan onze goede bedoelingen, aan de woorden die we spreken, aan onze ontelbare gedachten… Laten we het eindoordeel maar aan God over en proberen we ondertussen geduldig te zijn met alle onvolmaaktheid.