Het gezegde “horen, zien en zwijgen” kent zijn oorsprong in de Chinese mythologie. Daarin is een verhaal bekend van de drie apen: Kikazaru, de aap die niet hoort, Iwazaru, de aap die niet spreekt en Mizaru, de aap die niet ziet. Zij werden door de goden als waarnemers en boodschappers naar de aarde gestuurd. Zij kregen de opdracht om het goede en kwade van de mensheid te observeren en daarvan verslag uit te brengen bij de goden. Door het gebrek van elke aap kon een goed eindoordeel gemaakt worden. De dove aap ziet veel. De blinde aap hoort scherp. De stomme aap, hoort en ziet veel, maar kan niet anders dan het voor zichzelf houden… In de mensenwereld gaat het er nu eenmaal zo aan toe, goed en kwaad, volmaakt en onvolmaakt gaan er hand in hand.
Confucius (Chinese filosoof en politicus, 551-479 v.Chr.) leerde zijn leerlingen: “Kijk niet naar, luister niet naar, spreek niet uit en richt je niet op wat in strijd is met het goede”.
Een wijze les om met vrede door het leven te gaan: kijk niet naar het kwaad (laat je niet door het kwade beïnvloeden), luister niet naar het kwaad (laat je niet meeslepen door kwaadsprekerij) en spreek geen kwaad (de woorden die je spreekt worden door jezelf gehoord en genezen of verzieken je geest)…