Bij de 21e zondag door het jaar C
Mensen hebben altijd al nagedacht over de hemel, over het leven van hierna, maar ook over het leven hier en nu. Onze levenswandel heeft gevolgen voor het leven van hierna. Een oordeel zal volgen, beloning voor al het goede dat we deden of straf voor alles wat niet zo goed was…
Een papyrus van 3300 jaar oud met 192 spreuken is nu gekend als het Egyptische Dodenboek. Centraal staat het dodenoordeel, waarbij het hart van de dode wordt gewogen en het gewicht in evenwicht moet zijn met een veer. Indien het hart niet bezwaard was door zonde, werd de dode toegelaten in het leven van hierna. We zien Anubis, de god van de doden, bij de weegschaal zitten en Toth, de god van de wijsheid, de resultaten van de test opschrijven. Ammit kon bij een slecht oordeel het hart opeten. Beter was het dus om te kunnen bewijzen dat je bij leven alleen maar goed hebt gedaan en het kwade hebt vermeden. Vandaar ook de negatieve biecht bij Anubis. De dode biechtte op wat hij niet heeft gedaan:
Ik heb geen onrecht bedreven.
Ik heb niets slechts gedaan.
Ik heb God niet gelasterd.
Ik heb niet pijn gedaan.
Ik heb niet gedood.
Ik heb niet gelogen.
Ik heb niet gestolen.
Ik heb niet laten hongeren.
Ik heb niet doen huilen.
Ik heb niemand kwaad gedaan…
Honderden jaren later wordt aan de Israëlieten door Jahwhe op de berg Sinaï de tien geboden gegeven. Ze zijn een perfecte afspiegeling van die negatieve biecht uit het Egyptische Dodenboek.
Of de weg naar de hemel nu smal is of juist breed, het is belangrijk als mens naar, van en in de liefde te leven. Liefde is de weg naar de hemel.
Ik geef jullie nog een zinvolle gedachte mee ter bezinnig: “Wie de weg van het evangelie volgt, dus de weg van de liefde volgt, en anderen kan overtuigen ook in liefde te leven, redt niet alleen zichzelf, maar kan ook anderen onderweg een stukje van de hemel tonen.”
Zo leert ons ook dit verhaal:
Iemand die tijdens zijn leven vele slechte wegen ging, sterft en ontmoet een engel aan de poort van de hel. De engel zegt hem: “Het is voldoende dat je één iets goeds gedaan hebt in je leven. Dat zal je helpen. Denk hard na”, zei de engel. De man herinnert zich dat ooit, toen hij in het bos liep en hij een spin zag op zijn pad, hij er omheen stapte om het beestje niet te doden. De engel glimlacht en uit de hemel komt er een spinnenweb, die de man toelaat om naar het Paradijs op te klimmen. Andere verdoemden grijpen de kans en beginnen ook op het spinnenweb te klimmen. Maar de man keert zich naar hen om en begint hen af te duwen, uit angst dat het net zal breken. Op dat ogenblik scheurt het net en de man keert terug naar de hel. “Jammer”, hoort hij de engel zeggen, “de vrees voor je eigenbelang keerde het enige goede dat je ooit deed, om in het kwade.”
Laten wij als mensen van de weg onderweg anderen opvissen, zodat zoveel mogelijk mensen hier en nu al iets ontdekken van wat de hemel zal zijn… Er is geen weg naar liefde, liefde is de weg.