Bij de vierde paaszondag B
‘Hij doet het enkel voor het geld.’ ‘Zij klopt haar uurtjes.’ Het zijn vaak gehoorde opmerkingen over diegenen die enkel werken om de kost te verdienen, terwijl het in hun beroep vooral gaat om de zorg om mensen. We denken dan aan artsen, verpleegkundigen, bejaardenverzorgers, opvoeders, leerkrachten… Heel wat beroepen zijn meer dan “dat wat je doet om je geld te verdienen”… In heel wat beroepen wordt be-roep gedaan op je sociale vaardigheden, je liefde voor de medemens, je inzet, je gedrevenheid… In heel wat beroepen gaat het om je roeping!
De vierde zondag na Pasen staat jaarlijks in het teken van Jezus, de Goede Herder, in het teken van de roeping van hen die willen leven zoals Jezus, als een herder van mensen. Jezus toont heel duidelijk het verschil aan van enerzijds de herder die zijn uren klopt, die het doet voor het geld, de huurling, en anderzijds de goede herder die leeft en werkt vanuit zijn roeping en zelfs zijn leven zou geven voor zijn schapen. Jezus is het voorbeeld bij uitstek van de Goede Herder. Elke pastor, pastoraal werkende, vrijwillige en bezoldigde kracht in de pastoraal heeft te leren van Jezus de herder.
Wie als Jezus wil leven moet kunnen zijn als een schaap die de stem van de herder herkent en moet ook kunnen zijn als een herder om zorg te dragen voor de schapen. Als mensen binnen de Jezusbeweging hebben wij de weg, de waarheid en het leven gevonden in de figuur van Jezus. Jezus is voor ons de goede Herder, in Hem herkennen wij de woorden uit Psalm 23.
“De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam. Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de Heer tot in lengte van dagen.”
Laten wij onze roeping niet vergeten en als goede herders aan anderen de bron van het leven wijzen, want de groene weiden zijn niet alleen voor ons bestemd. In Psalm 23 staat ook iets over donkere dalen, de momenten in het leven waarbij we angstig zijn of ons alleen weten. Laten wij net als de herder elkaar nabij zijn, elkaar niet in de steek laten. In Psalm 23 wordt de tafel gedekt en kunnen wij als gelovigen compagnons worden, diegenen die in vriendschap het brood met elkaar delen. In Psalm 23 staat het vertrouwen uitgedrukt dat wij bij God thuis mogen zijn, dat geluk en genade ons deel zijn. Met de woorden uit Psalm 23 kunnen wij onze roeping herontdekken om herder te zijn, mens voor de mensen…