Bij de tweede paaszondag B
Gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen. Jezus heeft het dus over ons en de miljarden gelovigen door de eeuwen heen, die Hem niet hebben gezien, maar leefden in het vertrouwen dat Hij leeft. Op vandaag draagt één derde van de wereldbevolking Jezus’ naam. De apostel Johannes schreef zijn evangelie met de bedoeling dat vele mensen zouden geloven in Jezus en in Jezus’ naam volheid van leven zouden vinden. We mogen gerust stellen dat Johannes geslaagd is in zijn bedoeling.
Wij kunnen het evangelie lezen, de blijde boodschap van en over Jezus, Jezus die zegt en toont dat God liefde is. Die Jezus die dood en begraven, verrezen is tot eeuwig leven, is de kern van ons geloof, maar we hebben Hem niet gezien, we kunnen het dus enkel maar geloven. Het typische aan een gelovige houding is dat er een sprong moet gemaakt worden tussen het wetenschappelijke en het niet-bewijsbare, geloven zonder gezien te hebben. Geloven is je volledig toevertrouwen aan de andere, aan God, de God die we niet zien, maar wel aanwezig voelen.
Het is zoals met die brand in een flatgebouw. Zo snel mogelijk werden alle mensen in veiligheid gebracht. De vlammen sloegen langs alle kanten uit het gebouw, toen de toegestroomde menigte opeens een jongetje zag aan het raam van de derde verdieping. De trappenhal was een zee van vuur. De vader van het kind stond op straat en keek naar boven. ‘Spring, spring! Snel, spring!’ riep hij wanhopig. Maar het kind riep angstig: ‘Papa, ik weet niet waar je bent. Ik kan je niet zien door de rook, ik kan niet springen…’ Toen zette de vader alles op het spel. Hij riep: ‘Jij ziet mij niet, maar ik kan jou wel zien! Spring!’ Het kind sprong en werd opgevangen.
Zo mogen ook wij geloven dat God ons wel ziet en ons zal opvangen als we volledig op Hem willen vertrouwen. Vertrouwen is je eigen zekerheden durven prijsgeven en je in overgave geven aan de ander. Dat vraagt wel iets van ons, het is durven loslaten, het is een risico wagen. Laten we, ook al zijn we vaak als de apostel Tomas, sterk staan in ons geloof, overtuigd zijn dat ons vertrouwen niet zal worden beschaamd.
Geloven is je durven toevertrouwen aan het mysterie van de liefde, aan God die met open armen ons zal opvangen en dragen. Geloven is de sprong wagen. Je weet dat je een kloof niet kan overbruggen met kleine sprongetjes, je moet een grote sprong wagen, alles op alles zetten… Niet iedereen kan dat, of durft dat, niet iedereen is daar aan toe… Ook wij als gelovigen moeten telkens die sprong aandurven…
Kom dan, spring
wij stonden aan weerszijden van een afgrond
waren nog niemand voor elkaar
eerst riep jij vragend mijn naam
ik schreeuwde: “Ja, die ben ik”
het knalde in de lucht
jij lachte vrolijk
toen zei je: “Kom dan, spring, nu”
en je strekte je armen uit naar mij
nog is het toen
en zeg je: “Kom dan, spring, nu”
en je strekt je armen naar me uit
nog even wijd
Huub Oosterhuis