herschreef ik naar een eigen liedtekst ‘Vanuit de bron’
Wij zijn op weg doorheen dit leven zoals rivieren naar de zee, van alles wat de oevers ons ook geven is er niets van wat wij voorgoed kunnen meenemen. Wij stromen als rivieren door zovele landen: het land van de glimlach, het land van stil verdriet, land van de hoop en het sterke verlangen, het land van de bron die we ooit verlieten.
Langs de kant bloeien de bloemen van onze inzet voor elkaar, de heldendaad, het klein gebaar. Onderweg komen we veel tegen; geluk, maar ook tegenslagen, vloek en zegen, warmte en koude, bergen en dalen, soms een ravijn.
Ooit bereiken we onze bestemming en is de reis voorbij want dan begint voor ons een nieuw bestaan, dan gaat voor ons de hemel open, wij worden enkel nog maar liefde in Gods naam. Wij zijn op weg om thuis te komen vanuit de bron stromend naar zee, een zee van liefde zo diep en wijd en eindeloos.
Na onze reis op aarde komen we thuis bij Jezus die ons staat op te wachten, bij Hem zijn we gekend, bemind en geborgen, kunnen wij voluit leven voor altijd, voorgoed.